donderdag 31 mei 2012

Frank Doorhof, Rogue Flashbenders


Weet je soms, heel soms, kom je producten tegen waar je echt helemaal vol van bent, niet zozeer omdat het er mooi uitziet (hoewel dat natuurlijk altijd leuk is), niet zozeer omdat ze goedkoop zijn (hoewel ook dat natuurlijk enorm helpt), maar omdat ze iets doen wat je met andere producten niet kunt doen, of heel moeilijk:

Namelijk de flashbenders van Rogue (Expoimaging).
De flashbender is een zeer simpele modifier die zeer geraffineerd werkt. Normaliter had ik altijd een soort van softboxje bij me en een kleine reflector met grid. Beide namen niet enorm veel ruimte in beslag maar wel genoeg om me soms toch te doen mopperen als ik een overvolle tas had en er achter kwam dat ik wat vergeten was. Qua werking werkte eigenlijk alles wel goed dus tot zover was ik er wel blij mee.

Op een gegeven moment kreeg ik via via een Rogue Flashbender in handen, en al bij de eerste kennismaking dacht ik “WOW, dat word zeer interessant, maar laten we het eerst eens testen… wel die eerste indruk bleek correct, zelden ben ik zo “verliefd” geworden op een product als de flashbender.

In principe stelt de flashbender niet zoveel voor, maar dat maken de meeste geniale dingen juist geniaal. De bevestiging op de flitser is enorm simpel, je trekt de band om de flitser heen en klaar. Daarna begint het “feest”, je kan de flashbender als een mooie zachte lichtbron gebruiken door de flitser omhoog te richten en de flits als het ware te laten “bouncen” vanaf de witte kant. Bij veel van dit soort oplossing verlies je echter veel licht, het voordeel van de flashbender is echter dat je door de bovenkant licht te buigen je het licht als het ware rechtstreeks op je onderwerp richt, je behoudt een groot gedeelte van de zachtheid maar je krijgt een flinke hoeveelheid output terug (die je bij andere bounce kaarten kwijt bent).

Je kan echter door de samenstelling van de flashbender hem alle kanten op buigen, en zelfs als een soort van snoot vouwen, waardoor je zeer gericht licht kunt zetten op je onderwerp.

Tevens zijn er ondertussen al verschillende accessoires voor de flashbender verschenen waaronder een soort softboxje en verschillende inlays zoals zilver en goud waarmee je wat meer contrast in de foto kan leggen (zilver) of het kleurverschil tussen de schaduwen en de zon kan oplossen als je een model in de schaduw fotografeert (de goude). Het is dus een systeem waar zeer goed over nagedacht is.

Ik zelf gebruik verschillende flashbenders (de grootste versie) en gebruik ze soms wat onconventioneel, ik gebruik bv de flitsers zeer dicht tegen de muur en gebruik de flashbender niet alleen als “lightshaper” maar tevens als “flag” om lichtval op de muur tegen te gaan, zoals je kan zien in de voorbeelden tegen de gouden muur, door de flitser te kantelen kun je zo verschillende looks krijgen, van een tekening op de muur tot een flinke edge verlichting met nagenoeg geen licht op de muur. En bij alle 3 de foto’s stond de flitser en het model nagenoeg tegen de muur. MAW dit is ideaal wanneer je bv klein behuisd bent met je studio.

Naast de grote flashbender gebruik ik ook zeer regelmatig de grid uitvoering. Dit is een veel kleinere flashbender waar je een plastic grid systeem op kan zetten (met 2 elastiekjes word alles netjes op zijn plaats gehouden), het grid systeem bestaat uit 2 gedeeltes, je kan beide gridjes los gebruiken, maar ook samen waardoor een 3e optie krijgt.

Terugkomend op de vraag waarom small flash tov big flash.
Ik zie het allemaal als “horses for courses” of wel, het gereedschap waarmee je een opdracht uitvoert, als het gereedschap werkt dan kun je je opdracht uitvoeren, en het maakt mij persoonlijk dan weinig uit of dit een kleine flitser is of een grote, en natuurlijk alles wat mijn leven makkelijker maakt is meegenomen.

Het grootste voordeel van small flash vind ik echter de HSS of Hypersync modes. Door het gebruik van deze modes word het mogelijk om met grote diafgrama’s te werken en toch het aanwezige licht weg te drukken, bij studio flitsers of accupacks ben je vaak gebonden aan een synchronisatie tijd van 1/125 (soms iets hoger), er zijn manieren om dit te doorbreken, bv met de Pocket wizard TT (1-5) serie, maar het blijft behelpen. Een andere methode is natuurlijk het gebruik van camera’s zonder spiegel OF middenformaat camera’s met een leaf shutter lens. Echter dit zijn vaak geen oplossingen die iemand zo voor handen heeft, bij small flash is er een optie genaamd HSS (high speed sync) waarbij in feite de flitser op een veel snellere sluitertijd kan functioneren (zelfs tot 1/8000 op sommige systemen, het flitsvermogen neemt daarbij wel behoorlijk af).
En laten we eerlijk zijn, de combinatie van small flash en de flashbenders maakt het reizen en het snel opzetten van een sessie een enorm stuk makkelijker. Tevens kun je de kleine flitsers vaak op plekken kwijt waar je normaal niets kan. Ook buiten in de volle zon in Washington DC kon de small flash unit meekomen met de 600W accupack, simpelweg door het gebruik van high speed sync. En tja… als je dan bedenkt wat voor ruimte oplossing 1 inneemt en oplossing 2,  dan weet ik het wel.

Werk je met small flash en ben je net als ik altijd op zoek naar manieren om sneller, beter en vooral lichter te werken/reizen…. Neem dan zeker een kijkje naar de flashbenders, ik weet 100% zeker (ok 99.999%) dat je er net als ik helemaal enthousiast van word.

Alle tekst en beeld © Frank Doorhof



Geen opmerkingen:

Een reactie posten